Energieleverancier Qurrent begon deze maand met een campagne om Nederlandse consumenten op de duurzaamheidsscore van De Consumentenbond te wijzen bij de keuze voor een energieleverancier. Niet vreemd, aangezien Qurrent al een aantal jaar op rij de hoogste score ontvangt. Daarbij haalt Qurrent echter ook uit naar branchegenoten, die niet voor voldoende investeringen in duurzame opwekking zouden zorgen. Bovendien kan men als klant van Qurrent er zeker van zijn dat er geen cent naar traditionele centrales zal gaan, zo stelt het bedrijf. Bij deze laatste twee stellingen kunnen vraagtekens worden geplaatst.
Stimuleren van ontwikkeling duurzame energieopwekking
Dat Qurrent andere energieleveranciers beschuldigt van het te weinig investeren in duurzame energie is feitelijk gezien vreemd, aangezien deze investeringen van Qurrent ver achterblijven bij die van bijvoorbeeld Nuon, dat miljarden heeft gestoken in de aanleg van offshore-windmolenparken. Waar Qurrent vooral op doelt is de omgang met duurzaamheidscertificaten. Deze certificaten, ‘Garanties van Oorsprong’ (GvO) genaamd, worden gebruikt om aan te tonen dat de groene stroom die wordt verkocht ook daadwerkelijk ergens is opgewekt. Aan de stroom zelf is de bron namelijk niet te herleiden.
GvO’s worden, in het geval van elektriciteit, verstrekt voor iedere megawattuur aan duurzaam opgewekte stroom. Hoe meer mensen groene stroom-abonnementen nemen, hoe meer GvO’s nodig zijn om aan te tonen dat die stroom groen is opgewekt. Dit zou dus de ontwikkeling van o.a. meer windmolens en zonnepanelen moeten stimuleren.
Op dit moment worden in Nederland veel meer groene stroomabonnementen afgenomen dan er daadwerkelijk in Nederland wordt opgewekt. Energieleveranciers kunnen toch deze hoeveelheid groene stroom verkopen dankzij het feit dat GvO’s los van de bron verhandeld kunnen worden. Zo worden GvO’s uit het buitenland ingekocht, bijvoorbeeld uit Noorwegen. In Noorwegen nemen weinig mensen groene stroom-abonnementen af omdat vrijwel alle stroom in dat land toch wel wordt opgewekt met waterkracht. Of het dan grijs of groen wordt genoemd maakt niet meer uit, zodat de GvO’s daar niet meer nodig zijn. In Nederland worden deze GvO’s vervolgens gebruikt om groene stroomabonnementen te verkopen, zonder dat hier enige prikkel voor verdere duurzame ontwikkeling vanuit gaat.
Qurrent en enkele andere Nederlandse energieleveranciers kiezen ervoor om uitsluitend GvO’s die zijn verstrekt voor wind- en zonne-energie uit Nederland te gebruiken. Op die manier zou het systeem met GvO’s wél tot meer stimulering van duurzame opwekking moeten leiden. Dit is het punt waar Qurrent op doelt, hoewel het bedrijf, als er wordt gelet op het aantal direct opgerichte windmolens en zonneparken, juist ver achterblijft bij enkele andere partijen.
Ook Qurrent betaalt mee aan kolencentrales
Een andere manier waarop Qurrent met een beschuldigende vinger wijst naar andere energieleveranciers, is de stelling dat men bij veel van deze aanbieders meebetaalt aan kolen- en gascentrales, zelfs met het afnemen van een groen abonnement. Deze leveranciers bezitten namelijk ofwel zelf energiecentrales met fossiele brandstoffen, of kopen veel van dit soort stroom in op de groothandelsmarkt. Met de eerder genoemde GvO’s kan deze stroom eventueel als groen worden verkocht.
Qurrent is zeer stellig over het feit dat van hun klanten geen cent naar kolen-, gas- of kerncentrales gaat. Een logische vraag van klanten van Qurrent zou dan zijn: wat krijg ik als het niet waait of als de zon niet schijnt? In plaats van dat de stroom tijdens zo’n ‘Dunkelflaute’ uitvalt bij klanten van Qurrent, kan men nog gewoon het licht aandoen. Op dergelijke momenten is ook Qurrent afhankelijk van de opwekking van stroom uit andere (fossiele) bronnen. Qurrent koopt op die momenten dus wel degelijk stroom in die is opgewekt door o.a. kolencentrales, zodat hun klanten hier indirect aan meebetalen.
Over een heel jaar gezien heeft Qurrent wel evenveel groene stroom van windmolens en zonnepanelen uit Nederland opgewekt of ingekocht als dat hun klanten hebben verbruikt. Dat kan dankzij de houdbaarheid van GvO’s, die tot 12 maanden na het moment van verkrijgen nog zijn in te zetten. Het is echter misleidend om te stellen dat het bedrijf gedurende dat jaar nooit heeft aangeklopt bij conventionele energiecentrales om doorlopend stroom te kunnen blijven leveren. De Consumentenbond neemt dit in hun duurzaamheidsbeoordeling niet mee door een zogenaamde ‘frictiemarge’, waarbij tot 20% van de totale geleverde stroom in een jaar niet wordt gecontroleerd of de ingekochte stroom wel echt duurzaam is opgewekt.
Behoefte aan regelbaar vermogen wordt gemaskeerd
Ten onrechte wordt de illusie gecreëerd dat men bij Qurrent het hele jaar lang op ieder moment zonder problemen uitsluitend groene stroom heeft kunnen afnemen. Dit kan dankzij het bewaren van GvO’s, niet dankzij daadwerkelijke opslag van die energie, wat juist nog niet mogelijk is.
De beloften van Qurrent maskeren voor Nederlanders het gebruik van en de noodzaak voor regelbaar vermogen. Een gevolg is dat men te makkelijk mee kan gaan in beslissingen die de leveringszekerheid in gevaar kunnen brengen. Een écht 100% groene leverancier van stroom bestaat in Nederland namelijk nog niet, omdat wind en zon zonder opslag niet ieder moment van het jaar genoeg stroom kunnen leveren. Ook Qurrent is op momenten dat de weersomstandigheden niet meezitten nog afhankelijk van andere energiebronnen. Zolang Garanties van Oorsprong niet tijdgebonden zijn, kunnen deze niet leiden tot een 100% duurzaam systeem.