Foto Unsplash

Curaçao heeft zichzelf ambitieuze doelen gesteld op het gebied van duurzame energie. Binnen tien jaar wil het eiland een leidende positie innemen op het vlak van duurzaamheid, en binnen twintig jaar wil het een belangrijke exporteur worden van hernieuwbare energie in het Caribisch gebied.

Nederland ondersteunt de groene agenda van Curaçao

De groene agenda van Curaçao wordt mede bepaald door Nederland, dat mogelijkheden ziet om het Nederlandse bedrijfsleven te laten profiteren van kansen in de Caribische regio. In mei ondertekende de demissionair minister voor Klimaat en Energie, Jetten, een intentieverklaring om de Curaçaose overheid te helpen bij het verwezenlijken van haar ambitieuze plannen.

De plannen zijn gebaseerd op onderzoek van TNO, dat een “living lab” heeft opgericht op Curaçao. In samenwerking met de Curaçaose Universiteit en verschillende ondernemingen, waaronder Nederlandse bedrijven zoals Havenbedrijf Rotterdam, Damen, VDL Groep, Vopak en Van Oord, werkt TNO aan de bouw van een groot drijvend windmolenpark op zee. Dit park moet in 2035 vijf tot zes gigawatt aan hernieuwbare energie opwekken, ruimschoots voldoende om te voorzien in de dagelijkse stroombehoefte van het eiland.

Export van waterstof en toepassingen elders

Het overschot aan geproduceerde energie zal worden omgezet in waterstof en geëxporteerd naar de regio en ook naar Nederland. Het “living lab”-concept stelt Curaçao in staat om keteninnovaties sneller te realiseren en bij succes op te schalen, waardoor nieuwe toepassingen die op het eiland zijn ontwikkeld, elders kunnen worden toegepast.

Onlangs is het pilotproject voor de windmolens gestart, waarbij de zeebodem rond Curaçao in kaart wordt gebracht. Het Nederlands onderzoeksschip Fugro Brasilis speelt hierbij een belangrijke rol. De eerste zes windmolens, met een totaal vermogen van 72 megawatt, moeten in 2026 worden opgeleverd. Het plan is dat het drijvende windmolenpark uiteindelijk wordt gefinancierd door deelnemende partijen die een concessie krijgen van de Curaçaose overheid.

Afweging impact milieu en toerisme

Ramon Chong van het Curaçaose ministerie van Economische Ontwikkeling benadrukt dat de inwoners van Curaçao en Nederlandse toeristen in de toekomst windmolens zullen zien als ze op zee uitkijken, vooral aan de noordkust. De windmolens worden ongeveer 150 meter hoog, waardoor ze al vanaf een afstand goed zichtbaar zijn. Hoewel er nog een fase van onderzoek naar milieueffecten en impact op het toerisme zal plaatsvinden, zijn de ambities van Curaçao duidelijk.

Groene waterstof essentieel bij vergroening industrie

Om de duurzaamheidsdoelstellingen te behalen, zoals een energieneutraal Nederland in 2050, is groene waterstof onmisbaar. Momenteel wordt vrijwel alle gebruikte waterstof (bijvoorbeeld in de landbouw en chemische industrie) uit aardgas gewonnen. Dit noemt men grijze waterstof.

Daarnaast biedt groene waterstof de mogelijkheid om aardgas te vervangen in industrieën waarin veel warmte wordt gevraagd. Ook op het gebied van (zwaar) transport, zoals de scheepvaart, is de hoop dat groene waterstof hier een belangrijke rol in kan spelen. Tot slot is groene waterstof een energiedrager die als energieopslag kan dienen, om elektricteitsoverschotten tijdelijk te kunnen opslaan en later weer om te kunnen zetten in elektriciteit.

Groene waterstof wordt geproduceerd met behulp van water en elektriciteit die duurzaam is opgewekt, of door het uit duurzame biomassa te winnen met een schoon vergassingsproces. In Curaçao wil men de overschotten van windenergie gaan inzetten om groene waterstof uit zeewater te winnen.

, ,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *