In de aanloop naar de verkiezingen in maart lijkt het klimaat voor de meeste partijen een belangrijk thema. In vergelijking met vier jaar geleden zijn bijna alle partijen over het algemeen concreter geworden in hun klimaatplannen. De plannen van de partijen voor klimaatbeleid verschillen maar weinig van elkaar, het merendeel wil zich houden aan de internationale afspraken die er zijn gemaakt. Hierbij zetten de partijen in op dezelfde oplossingen. De aandacht voor het klimaat en het milieu is sinds 2017 erg toegenomen in de maatschappij en dus ook in de politiek.
Deze trend is niet onopgemerkt gebleven. Zo benoemt Karen van den Einden, van Natuur & Milieu, onder andere dat er sinds 2017 iets is veranderd wanneer het thema ‘klimaat’ ter sprake komt: “Klimaat was destijds nauwelijks een onderwerp in campagnes en verkiezingsdebatten. Nu zie je er in de meeste partijprogramma’s veel aandacht voor.” Ook energie-expert Martien Visser ziet dat de politiek de klimaatplannen heeft aangescherpt: “De verkiezingsprogramma’s zijn nu veel concreter over klimaatmaatregelen. Bij de vorige verkiezingen leek het net alsof de VVD niets wilde en het CDA deed bij de doorrekening van de partijplannen niet eens mee.”
Internationale druk toegenomen
De druk op de politiek om een strenger klimaatbeleid te voeren komt niet allen vanuit de Nederlandse samenleving, met het klimaatakkoord van Parijs werd ook de internationale druk opgevoerd. Dit resulteerde in 2019 in de Green Deal, waarmee de EU als doel stelde in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om zich aan deze internationale afspraken te kunnen houden moeten de klimaatdoelen eerder al worden aangescherpt. In 2030 wil de EU de uitstoot van broeikasgassen met 55% hebben teruggedrongen ten opzichte van 1990. Van den Einden geeft aan dat de partijen deze ambities in ieder geval willen nastreven: “ Bij de meeste partijen is er nu geen discussie meer óf we de klimaatdoelen moeten bereiken. Het gaat vooral over hoe we dat gaan doen en wie de rekening betaalt”
Toch zijn niet alle partijen te spreken over de Europese doelen: “Alle partijen, behalve PVV en Forum voor Democratie, zeggen achter het Europese doel te staan. Dat betekent dat alle partijen in de komende tien jaar meer CO2 willen reduceren dan het huidige doel van 49 procent reductie. Wat mij betreft scoren alle partijen behalve PVV en Forum voor Democratie dus ongeveer gelijk op klimaatambitie.”, aldus Visser. De partijen die wel iets aan het klimaat willen doen verschillen wel nog in de mate waarin ze dit willen doen en in hun ambities. Dit is onder andere terug te zien in de uitwerking van hun plannen zegt Visser: “Sommige partijen stippelen de toekomst tot 2030 zeer gedetailleerd uit, andere laten het nog wat meer open voor maatschappelijk debat.”
De vraagstukken ‘gas’ en ‘luchtvaart’
Van den Einden merkt op dat het voor veel partijen lastig is gebleken om met plannen te komen om het gasgebruik in te dammen: “Energiebesparing staat centraal, maar hoe krijg je mensen aan het isoleren van hun huis? Partijen als GroenLinks, D66 en PvdA vinden dat de overheid een leidende rol moet spelen. De VVD daarentegen legt de verantwoordelijkheid meer bij huiseigenaren.” Visser voegt hier nog aan toe dat het meeste klimaatbeleid al vanuit Europa wordt bepaald. Nederland zou zich als ‘sterke kenniseconomie’ misschien meer moeten concentreren op het verduurzamen van lastige sectoren. Hieronder vallen bijvoorbeeld de staalindustrie, de luchtvaart en de scheepvaart. Hier is de politiek volgens Visser nog niet erg concreet over, behalve dat er kritischer wordt gekeken naar de luchtvaart.