Een warmtenet, ook wel bekend als stadsverwarming, is een infrastructuur waarin verwarmd water door leidingen naar aangesloten woningen en bedrijven wordt geleid, waarna het afgekoelde water weer naar de bron(nen) wordt teruggebracht. Het water kan op verschillende manieren worden verwarmd, waarbij in de meeste gevallen sprake is van warmte die vrijkomt als bij- of restproduct van een activiteit met een andere primaire insteek. Met het verwarmde water kunnen woningen en bedrijven worden voorzien van de benodigde warmte.

Warmtenetten vormen het meest voorkomende alternatief voor een gasaansluiting in Nederland. Het eerste warmtenet werd reeds begin 20e eeuw aangelegd. In de energietransitie is er een nieuwe nadruk op de rol van warmtenetten in de warmtevoorziening komen te liggen, omdat het gebruik van restwarmte de uitstoot terugdringt. De meerderheid van het energieverbruik bestaat uit de warmtevraag, zodat hier veel duurzaamheidswinst behaald kan worden. Bovendien gaat de gaskraan in Groningen geleidelijk dicht. De meeste warmtenetten in Nederland maken gebruik van warmte uit afvalverbrandingsinstallaties en elektriciteitscentrales. Ook wordt er restwarmte uit de industrie gebruikt. Voor de toekomst onderzoekt men het gebruik van onder andere geothermie.

Er bestaan op dit moment twee hoofdtypes warmtenetten: hoge temperatuur en lage temperatuur. Een lage temperatuur warmtenet is doorgaans alleen geschikt voor moderne woningen met zeer goede isolatie en vloerverwarming. Het merendeel van de bestaande bouw kan zonder ingrijpende verbouwingen alleen worden aangesloten op een hoge temperatuur warmtenet. Over de duurzaamheid van hoge temperatuur warmtenetten bestaat discussie, omdat er in veel gevallen extra brandstof nodig is om de benodigde temperatuur te bereiken, in plaats van uitsluitend restwarmte.