Netbeheerder Liander meldt dat het percentage gasloze aansluitingsaanvragen bij nieuwbouw en renovaties opnieuw is toegenomen ten opzichte van eind vorig jaar, van gemiddeld 56% naar 62%. In Noord-Holland ligt dit percentage het hoogst met 72%, in Zuid-Holland wordt als enige provincie nog minder dan de helft van de aanvragen gedaan voor een gasloze aansluiting: 38%.
Geheel verrassend is de toename niet, omdat netbeheerders vanaf 1 juli 2018 jaar niet langer verplicht zijn om een gasaansluiting te realiseren bij bepaalde gebouwtypen. Omdat netbeheerders alleen wettelijk verplichte aansluitingen verzorgen, betekent dit in de praktijk dat er geen nieuwe woningen en kleine bedrijfspanden meer gerealiseerd kunnen worden met een gasaansluiting. Voor vergunningen die voor die datum zijn verleend, kan nog wel een gasaansluiting worden gerealiseerd.
Alternatieve warmtebronnen
Het merendeel van de bestaande bouw is aangesloten op aardgas als warmtebron. Door het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen door de aardbevingsproblematiek en de energietransitie wil men het gebruik van aardgas voor verwarming terugdringen. Nieuwbouwwoningen kunnen van diverse andere warmtebronnen gebruik maken. De keuze komt meestal neer op een elektrische toepassing zoals een warmtepomp of op aansluiting op een warmtenet.
Voor warmtepompen en lage temperatuur warmtenetten geldt dat maatregelen zoals zeer goede isolatie en vloerverwarming noodzakelijk zijn. Het is vaak meer kostenefficiënt om dit bij nieuwbouw toe te passen dan om bestaande bouw ingrijpend te renoveren. Hoge temperatuur warmtenetten vereisen minder vergaande isolatie, dit maakt ze ook geschikt om bestaande bouw van aardgas af te helpen.
Nieuwe BENG-eisen, niet alle restwarmte geaccepteerd
Niet alleen kan veel nieuwbouw niet langer worden gerealiseerd met een aardgasaansluiting, ook de algemene eisen aan energie-efficiëntie van nieuwe gebouwen worden strenger. In 2020 worden de BENG-eisen (Bijna Energieneutrale Gebouwen) ingevoerd, die voorschrijven hoeveel energie een gebouw mag gebruiken, hoeveel daarvan maximaal met fossiele brandstoffen mag worden geleverd en hoeveel duurzame energie het gebouw zelf moet voortbrengen.
Pas sinds eind vorig jaar worden sommige warmtenetten onder de BENG-eisen meegeteld als duurzame energie. Veel bestaande warmtenetten maken gebruik van restwarmte uit energiecentrales. Energiecentrales verdubbelen bijna de efficiëntie van de gebruikte brandstof als ook de opgewekte warmte nuttig kan worden ingezet. Dit soort restwarmte telt onder BENG echter nog steeds niet als duurzaam wanneer de energiecentrale gebruik maakt van een fossiele brandstof. Als men hierdoor besluit geen gebruik meer te maken van deze restwarmte, gaat een groot deel van de energie uit de verbruikte fossiele brandstoffen verloren als ongebruikte restwarmte. In 2017 werd nog 86% van de elektriciteit in Nederland met niet-duurzame brandstoffen opgewekt, bij deze productie komt ook veel warmte vrij.
Wel goed dat er inmiddels veel meer duurzame bouwprojecten zijn. We willen inderdaad van het gas af, mede door het drama in Groningen. In de toekomst zullen er hopelijk meer mogelijkheden beschikbaar zijn om iedereen zijn woning te verduurzamen.