Foto Pixabay

Op Prinsjesdag is bekend gemaakt dat de belastingvrijstelling die geldt voor de import van buitenlands afval na dit jaar vervalt. Directe aanleiding is het Urgenda-vonnis, om aan de eisen van dit vonnis te voldoen moeten er maatregelen genomen om snel de uitstoot van CO2-terug te dringen. Eind 2020 moet de uitstoot van dit broeikasgas 25% lager liggen dan in 1990, terwijl dit vorig jaar pas tot 15% minder was gedaald. Minder import zou minder afvalverbranding betekenen en dus minder uitstoot, zo redeneert het kabinet.

Uit de afvalsector is veel kritiek op deze maatregel. Er wordt gesteld dat de maatregel niet of nauwelijks tot CO2-reductie zal leiden, zeker binnen de termijn die voor het Urgenda-vonnis geldt. Bovendien zal er buiten de Nederlandse grenzen juist sprake kunnen zijn van een toename van schadelijke emissies. Tot slot betekent het wegvallen van buitenlands afval dat er minder binnenlands afval gerecycled kan worden, en dat er minder geld beschikbaar komt voor duurzame ontwikkelingen.

Onderzoek naar effecten importheffing afval

Op 28 juni, als onderdeel van een pakket maatregelen om aan de Urgenda-eis te voldoen, presenteerde het kabinet voor het eerst een importheffing op buitenlands afval. De maatregel zou de CO2-uitstoot met 0,2 megaton reduceren, van de benodigde 9 megaton voor het behalen van het Urgenda-doel.

Deze maatregel verraste de afvalsector, die daarna een onderzoek naar de effecten van deze maatregel lieten uitvoeren door Strategy&, onderdeel van PricewaterhouseCoopers. De conclusies kwamen eerder deze maand naar buiten. Op basis van de uitkomsten zou het kabinet haar voornemen moeten heroverwegen, zo stelt directeur Robbert Loos van de Vereniging Afvalbedrijven.

Zo blijkt uit het onderzoek ten eerste dat de gewenste 0,2 megaton reductie op korte termijn niet behaald zal worden, dit zal blijven steken op 0,03 megaton. Wanneer er minder afval beschikbaar is om te verbranden, kan er namelijk minder warmte op die manier worden opgewekt. Deze warmte zal dan op andere wijze moeten worden geleverd, in vrijwel alle gevallen door het gebruik van fossiele brandstoffen. Bovendien daalt daarmee het aandeel hernieuwbare energie in Nederland met 0,2% (restwarmte uit afvalverbranding geldt als duurzaam), waarvoor ook (internationale) doelen voor 2020 gelden.

Waar binnen Nederland een zeer bescheiden uitstootreductie wordt behaald, zal de uitstoot in het buitenland juist toenemen door de maatregel. Veel afval wordt geïmporteerd uit landen die zelf niet over voldoende verbrandingscapaciteit beschikken, zoals het Verenigd Koninkrijk. Als export naar Nederland minder voordelig wordt dan storten in eigen land, dan zal dit laatste toenemen. Stortplaatsen zijn een grote bron van schadelijke uitstoot, waaronder het krachtige broeikasgas methaan, samen met andere schadelijke milieueffecten, zodat het onderaan de Europese afvalladder staat.

Tot slot zullen Nederlandse afvalverwerkers door de importheffing een financiële klap krijgen. Als de volledige import zou wegvallen, zou er ongeveer €162 miljoen minder aan inkomsten binnenkomen, een kwart van het financieel rendement. Investeringen in duurzaamheid en recyclingprikkels komen daardoor onder druk te staan.

Afvalverbranding als wegbereider vervanging aardgas

De gaswinning in Groningen wordt versneld stopgezet, eerder werd bekend dat de gaswinning mogelijk reeds in gasjaar 22/23 onder normale omstandigheden niet langer nodig hoeft te zijn. Het merendeel van de woningen en bedrijven in Nederland wordt verwarmd met laagcalorisch (Gronings) aardgas. De komende jaren moeten hier alternatieven voor worden uitgerold.

Veel gemeenten zetten daarbij in op warmtenetten, die in eerste aanleg gebruik maken van restwarmte uit de industrie. Afvalverbranding geldt daarbij als een belangrijke bron van restwarmte. Het idee is dat op termijn, als verbranding plaatsmaakt voor recycling en er nieuwe duurzame warmtebronnen zoals geothermie beschikbaar komen, deze warmtenetten worden verduurzaamd. Tot die tijd zijn restwarmtebronnen zoals afvalverbrandingsinstallaties noodzakelijk om de warmtenetten te realiseren en het gebruik van aardgas terug te dringen.

Bij een verminderd aanbod van warmte uit afvalverbranding, wordt de realisatie van warmtenetten bemoeilijkt en is men vaker aangewezen op fossiele energiecentrales.

, , , ,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *