Biomassa betekent, in de context van energieopwekking, de organische materie die ingezet kan worden voor het opwekken van energie. Voorbeelden van biomassa zijn hout, mest, GFT-afval, palmolie, gewassen, rioolslib en stoffelijke overschotten van dieren.

Van alle duurzaam opgewekte energie in Nederland, wordt het merendeel opgewekt door middel van biomassa. Biomassa wordt als duurzaam aangemerkt vanwege de korte koolstofkringloop. Alle koolstof die zich in de organische materie bevindt, is relatief kort geleden door planten en bomen uit de atmosfeer onttrokken. Wanneer bijvoorbeeld bij verbranding deze koolstof in de vorm van CO2 vrijkomt, dan kan deze binnen bepaalde tijd opnieuw worden opgenomen door nieuwe planten. Zo neemt op langere termijn de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer niet toe. Voorwaarde daarbij is wel dat iedere verbrande boom of plant opnieuw wordt aangeplant.

Biomassa komt in zeer veel verschillende vormen voor, kan op veel verschillende manieren worden gebruikt en er bestaan uiteenlopende methoden om energie uit biomassa te halen.

Vanwege de uiteenlopende toepassingen vindt er bij een optimale benutting van deze grondstof cascadering plaats. Het gebruik voor energie is daarin de laatste stap. Energie kan onder meer worden gewonnen door verbranding, vergassing of biochemische processen.

Omdat biomassa als enige grondstof in potentie fossiele grondstoffen op alle vlakken kan vervangen (zowel voor energie als voor de productie van bijvoorbeeld plastics), wordt er veel onderzoek gewijd aan de mogelijke toepassingen. De overgang van een fossil-based naar een biobased economie staat daarin centraal.