Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de cijfers voor hernieuwbare elektriciteitsproductie in 2018 gepubliceerd. De hoeveelheid duurzaam opgewekte stroom nam toe met 8 procent ten opzichte van 2017. Door het eveneens gestegen stroomverbruik bleef de stijging van het aandeel hernieuwbare elektriciteit in het totale stroomverbruik echter beperkt tot 1 procent. Dit aandeel was vorig jaar 15 procent, met wind en biomassa als grootste bijdragers.
De toename van de duurzame elektriciteitsproductie is vooral afkomstig van de aanleg van zonnepanelen. De hoeveelheid opgewekte stroom met zonnepanelen nam in 2018 toe met 40%. De productie met wind, biomassa en waterkracht bleef nagenoeg gelijk.
Forse toename zonnepanelen
Ten opzichte van 2017 steeg de duurzame elektriciteitsproductie met 1,3 miljard kilowattuur (kWh). Daarmee kwam het totaal in 2018 uit op 18 miljard kWh.
Deze stijging werd grotendeels veroorzaakt door de bijna verdubbeling van de opgewekte elektriciteit met zonnepanelen. Waar in 2017 nog 2,2 miljard kWh werd opgewekt met zonne-energie, was dit vorig jaar 3,2 miljard kWh; een toename van 40%.
In totaal is de opgestelde capaciteit van zonnepanelen met 1400 megawatt gegroeid naar 4300 megawatt. Ruim de helft van deze toename (800 megawatt) kwam tot stand door nieuwe grote zonneparken en installaties op de daken van gebouwen. Kleinere particuliere zonnepanelen, bijvoorbeeld op het dak van een woning, zorgden voor de overige 600 megawatt.
Veel minder groot was de productietoename van elektriciteit uit wind en biomassa. De windenergieproductie steeg met 3 procent van 9,6 miljard kWh naar 9,9 miljard kWh. Net als in 2017 nam de opgestelde capaciteit aan windmolens nauwelijks toe (90 megawatt extra op land, niks op zee). Wel is wind nog steeds verantwoordelijk voor het grootste deel van de duurzaam opgewekte elektriciteit.
Biomassa, de tweede grootste bron voor duurzame elektriciteit, leverde in 2018 4,8 miljard kWh, een stijging van 2 procent. De beperkte stijging werd mede veroorzaakt door groot onderhoud aan enkele grote installaties.
Nog ver verwijderd van grotendeels duurzame opwekking
Ondanks de forse groei aan opgestelde zonnepanelen, die zelfs voor problemen zorgt op het elektriciteitsnetwerk, bleef het aandeel hernieuwbaar opgewekte elektriciteit steken op vrijwel hetzelfde percentage als een jaar eerder: 14 om 15 procent.
De toename van 8 procent aan duurzaam opgewekte stroom werd in 2018 bijgebeend door een toename in het stroomverbruik. Deze toename is deels te verklaren door de goed draaiende economie. Met een groeiende elektrificatie van Nederland tijdens de energietransitie ligt het daarnaast in de lijn der verwachting dat het stroomverbruik de komende decennia zal blijven stijgen. Hieronder valt onder meer de overgang naar elektrisch rijden of het verwarmen van woningen met warmtepompen. Daarmee zal niet alleen de huidige fossiele stroomproductie moeten worden vervangen; er zal ook extra vermogen moeten worden gerealiseerd. Dit vergroot de opgave verder.
Voor 2030 wil het kabinet de laatste kolencentrales in Nederland gesloten hebben, in 2017 nog verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de totale elektriciteitsproductie in Nederland: 10 procent meer dan het huidige aandeel van alle duurzame opwekkingsmiddelen tezamen.
Om voor vervanging te zorgen zet het kabinet vooral in op de aanleg van extra windparken op zee. Met een groter aandeel weersafhankelijke energiebronnen neemt echter ook het gevaar van Dunkelflaute toe. Er zal daarom voldoende regelbaar vermogen uit binnen- of buitenland beschikbaar moeten zijn om tekorten op te kunnen vangen, zolang er geen grootschalige opslag mogelijk is.
Overigens vormt het elektriciteitsverbruik minder dan een kwart van het totale energieverbruik in Nederland, zodat ook een gehele verduurzaming hiervan slechts een deel van de energietransitie voltooid. Warmte (de helft) en onder meer transportbrandstoffen zijn andere belangrijke energieverbruikers.