Nord Stream is een aardgastransportroute tussen Rusland en Duitsland, in de vorm van pijpleidingen. Het tracé loopt van Vyborg (Rusland) naar Greifswald (Duitsland), en ligt grotendeels onderzees over de bodem van de Oostzee.

De planning begon in 2005 onder de naam ‘Noord-Europese Gasleiding’ (NEGP), voordat deze in 2006 werd veranderd naar Nord Stream. Met de aanleg werd begonnen in 2010 en het eerste gas stroomde door de leiding in 2011. Over een lengte van 1.224 kilometer wordt door middel van twee pijpleidingen een maximale capaciteit van 55 miljard kuub aardgas per jaar vanuit Siberische aardgasvelden naar de Europese afzetmarkt vervoerd.

In 2018 begon men met de aanleg van een tweede pijpleiding over hetzelfde tracé; ‘Nord Stream 2’. Deze aanvulling zou de capaciteit moeten verdubbelen naar 110 miljard kuub aardgas per jaar. Hoewel deze tweede leiding zo goed als voltooid is, heeft de Duitse overheid goedkeuring en ingebruikname van de leiding opgeschort wegens de Russische invasie van Oekraïne in februari 2022.

Het Russische staatsenergiebedrijf Gazprom heeft vanaf het begin een meerderheidsbelang in zowel Nord Stream 1 en 2. De overige aandelen zijn of waren in bezit van Westerse energiebedrijven. Nord Stream 2 is sinds 2016 volledig in bezit van Gazprom.

De leidingen zijn ook voor de Russische invasie van Oekraïne vaak onderwerp geweest van politieke conflicten. De Verenigde Staten vreesden voor te grote afhankelijkheid van Russisch aardgas voor Europese landen en zagen het eigen LNG als aantrekkelijk alternatief. Oost-Europese landen vreesden voor het verlies van inkomsten uit doorvoerrechten als zij voortaan via Nord Stream omzeild konden worden. Bovendien zou dit Rusland meer drukmiddelen tegen die landen geven, zonder daarmee ook indirect andere Europese landen te raken.