Waterstof op de Maasvlakte, nog geen succesverhaal

De ontwikkeling van waterstofproductie op de Maasvlakte verloopt moeizaam, ondanks de ambitieuze plannen van de overheid en marktpartijen. De Maasvlakte, gelegen in de haven van Rotterdam, is aangewezen als een centrale hub voor de productie en distributie van groene waterstof in Nederland en essentieel voor de transitie naar duurzame energie en het behalen van nationale klimaatdoelstellingen.

Overheidsambities en doelstellingen

De Nederlandse overheid heeft duidelijke doelen gesteld voor de productie van groene waterstof: 500 megawatt (MW) aan elektrolysecapaciteit in 2025 en een opschaling naar 3 à 4 gigawatt (GW) in 2030. Deze doelstellingen zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord en worden ondersteund door diverse beleidsmaatregelen en subsidies. Zo is er bijna €800 miljoen beschikbaar gesteld voor zeven grote waterstofprojecten via het Important Project of Common European Interest (IPCEI)-programma, waaronder projecten op de Maasvlakte.

Lopende projecten op de Maasvlakte

Eén van de prominente projecten is het H2Maasvlakte-project van Uniper, dat voorziet in een elektrolyse-installatie van 100 MW, met een geplande opschaling naar 500 MW in 2030. Dit project moet in 2025 operationeel zijn en zal aanzienlijk bijdragen aan de nationale waterstofdoelstellingen. Daarnaast bouwt Shell aan de Holland Hydrogen 1, een groene waterstoffabriek met een capaciteit van 200 MW, die s in de tweede helft van dit decennium in gebruik moet worden genomen.

Uitdagingen en vertragingen

Ondanks deze ambitieuze plannen stuiten de projecten op de Maasvlakte op diverse uitdagingen die de voortgang belemmeren:

  • Financiële onzekerheden: De hoge investeringskosten, tezamen met onzekere toekomstige inkomsten/uitgaven maken het voor bedrijven moeilijk om te investeren
  • Infrastructuurbeperkingen: De huidige netcapaciteit is beperkt, wat de aansluiting van nieuwe waterstofproductiefaciliteiten bemoeilijkt.
  • Regelgevingscomplexiteit: De voortdurende ontwikkeling en aanpassing van wet- en regelgeving zorgen voor onzekerheid bij investeerders.
  • Marktdynamiek: Er is een delicate balans tussen vraag en aanbod van groene waterstof. Producenten aarzelen om grootschalig te investeren zonder gegarandeerde afname, terwijl potentiële afnemers wachten op een stabiel en betaalbaar aanbod.

Kritische blik op de rol van de overheid

Hoewel de overheid stappen heeft ondernomen om de waterstofproductie te stimuleren, rijst de vraag of deze inspanningen voldoende zijn om de gestelde doelen te bereiken.

  • Hoge nettarieven: De Nederlandse industrie betaalt tot wel 66% meer voor elektriciteit dan bedrijven in buurlanden zoals Duitsland, België en Frankrijk. Dit komt deels door de hoge nettarieven, die de komende jaren naar verwachting met 4 tot 8% per jaar zullen stijgen. Deze tarieven vormen een belemmering voor bedrijven die willen investeren in elektrificatie en verduurzaming.
  • Subsidiebeleid en financiële ondersteuning: Hoewel er subsidies beschikbaar zijn, is de vraag of deze toereikend en effectief genoeg zijn. Het kabinet heeft aangekondigd €1 miljard extra beschikbaar te stellen in 2024 en €3,9 miljard voor de jaren daarna voor de opschaling van hernieuwbare waterstof. Echter, de effectiviteit van deze subsidies hangt af van de toegankelijkheid en de snelheid waarmee ze beschikbaar worden gesteld. Een vereenvoudiging van de aanvraagprocedures en een versnelling van de uitbetaling kunnen bijdragen aan het wegnemen van financiële barrières voor bedrijven.
  • Infrastructuurontwikkeling: De aanleg van een robuuste waterstofinfrastructuur is cruciaal. Hoewel er plannen zijn voor een waterstofbackbone die productiecentra verbindt met industriële afnemers en opslaglocaties, is de realisatie hiervan tijdrovend. De Delta Rijn Corridor is bedoeld voor het transport van waterstof en CO₂ tussen de Rotterdamse haven en opslaglocaties in Groningen. De opgelopen vertragingen isoleren het industriële cluster in Rotterdam, waardoor potentiële afnemers in het achterland moeilijk bereikbaar zijn. Versnelling van deze infrastructuurprojecten, mogelijk door het vereenvoudigen van vergunningstrajecten en het prioriteren van investeringen, is essentieel voor de investeringsbeslissingen van commerciële bedrijven.
  • Regelgeving en certificering: De huidige complexiteit en het gebrek aan harmonisatie in wet- en regelgeving rondom waterstofproductie en -distributie creëren onzekerheid voor investeerders. Het kabinet zou kunnen werken aan het stroomlijnen van deze regelgeving en het opzetten van een duidelijk certificeringssysteem voor groene waterstof, wat de markttransparantie en het vertrouwen bij investeerders kan vergroten.

De transitie naar een waterstofeconomie op de Maasvlakte is een complex proces dat wordt gekenmerkt door zowel ambitieuze plannen als aanzienlijke uitdagingen. Hoewel de overheid een actieve rol speelt door middel van financiële steun, infrastructuurontwikkeling en beleidsaanpassingen, zijn er kritische kanttekeningen te plaatsen bij de effectiviteit en snelheid van deze inspanningen. Het succes van de transitie zal afhangen van het vermogen van de overheid om proactief en flexibel in te spelen op de behoeften van de markt, en om samen met private partijen de obstakels die de ontwikkeling van de waterstofproductie belemmeren, effectief aan te pakken.

,

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *