TNO: blauwe waterstof is technisch haalbaar in Rotterdamse haven
Foto Pixabay

TNO heeft, teneinde de CO2-uitstoot in de haven van Rotterdam te reduceren, een ambitieus plan met blauwe waterstof bedacht: H-vision. Deltalinqs, vertegenwoordiger van ca. 700 bedrijven in mainport Rotterdam, heeft dit plan samen met TNO en 16 direct betrokken partijen verder uitgewerkt tot een technisch haalbaar plan. Wel zullen voor de uitvoering forse investeringen nodig zijn van overheden en bedrijven.

Veel industrie in de haven van Rotterdam maakt gebruik van waterstof en/of aardgas. Bij het gebruik van aardgas en de productie van waterstof komen broeikasgassen vrij. Het afvangen van CO2 tijdens de productie van waterstof (blauwe waterstof) en het vervolgens vervangen van aardgas door waterstof kan helpen om de CO2-emissies in de haven voor 2030 aanzienlijk omlaag te brengen. Bovendien is de haven met de dan aanwezige infrastructuur voorbereid op de volgende stap: gebruik en productie van volledig groene waterstof.

Centrale waterstofproductie, forse uitstootreductie

Op dit moment produceren de meeste bedrijven in de haven de benodigde waterstof op het eigen terrein. Zij gebruiken daarvoor aardgas, waar bij de winning veel CO2 vrijkomt. Ook gebruiken de bedrijven aardgas direct voor verwarming, omdat elektriciteit niet toereikend is voor de benodigde temperaturen.

Het opzetten van een waterstofinfrastructuur waarbij de benodigde waterstof wordt geproduceerd op enkele centrale punten, maakt het eenvoudiger om vrijkomende CO2 af te vangen en op te slaan. Als daarnaast ook het gebruik van aardgas voor verwarming wordt vervangen door de blauwe waterstof, kan er tot wel 7 megaton CO2-uitstoot per jaar worden teruggedrongen.

De afgevangen CO2 moet vervolgens onder de Noordzee worden opgeslagen in lege gasvelden. Hiervoor bestaat reeds een project genaamd Porthos, dat goed aansluit bij het nieuwe H-vision project. Op de langere termijn is het de bedoeling dat waterstof niet langer wordt gewonnen uit aardgas, maar wordt geproduceerd door middel van elektrolyse van water. Als dit met groen opwekte stroom wordt gedaan, is de productie van waterstof volledig uitstoot-vrij. Op dit moment is er nog onvoldoende groene stroom om dit te bewerkstelligen. Blauwe waterstof kan er intussen wel voor zorgen dat bedrijven overschakelen op het gebruiken van waterstof.

Forse investeringen benodigd

Voor het realiseren van de benodigde infrastructuur en het ombouwen van de industriƫle installaties van bedrijven in de haven om ze geschikt te maken voor waterstof zijn forse investeringen nodig. Zeer belangrijk zijn daarom het toekomstperspectief en het investeringsklimaat.

Enkele van de betrokken partijen bezitten kolencentrales op de Maasvlakte. Nu deze in 2030 geen kolen meer mogen verstoken, worden andere brandstoffen onderzocht. Vooralsnog zijn de alternatieven echter technisch en/of economisch niet haalbaar. Desondanks wordt ook bekeken in hoeverre de centrales wellicht waterstof kunnen gaan gebruiken om elektriciteit te produceren. Een dergelijke back-up van regelbaar vermogen kan van groot belang zijn op de momenten dat het onvoldoende waait en er te weinig zon is voor windmolens en zonnepanelen. Wanneer de waterstof eenmaal met groene elektriciteit wordt geproduceerd, kan men bovendien tijdens overschotten aan wind en zon deze omzetten in waterstof, om de waterstof vervolgens in te zetten tijdens tekorten.

Of de plannen van H-vision uiteindelijk worden gerealiseerd zal de komende tijd moeten uitwijzen, eerst zullen per bedrijf de mogelijkheden worden onderzocht. Eerdere projecten voor CCS in de haven met de kolencentrales haalden het niet, omdat het investeringsklimaat voor de centrales te onzeker was. Dit blijkt nu gegrond te zijn geweest, omdat het gebruik van kolen nu geheel is verboden en sluiting dreigt.

, , , , , , ,

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *