Gezien de prijzen van energieverbruik in huis flink gestegen zijn, pak je misschien vaker een kleedje als je het binnen koud hebt. Een draai aan de thermostaat geven, kan je namelijk duur komen te staan. Volgens een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) betalen Nederlanders van middelbare leeftijd het meest aan hun energierekening.
Energieverbruik
Bij huishoudens met een referentiepersoon van 51 jaar oud was de energierekening in 2021 het hoogst. Zij waren in dat jaar zo’n 1900 euro kwijt. Alle huishoudens met een referentiepersoon ouder dan 51, betalen steeds minder. De energiekosten per persoon nemen tegelijkertijd wel toe voor deze groep. Neem bijvoorbeeld huishoudens met een 65-jarige referentiepersoon: aan hun huishouden zijn 1649 euro kwijt, hun kosten per persoon zijn 987 euro. Dat terwijl de 51-jarigen per persoon 802 euro opmaakten aan energie.
Nederlanders van 39 jaar verbruikten volgens het onderzoek het minste energie per persoon. Dat komt volgens het CBS doordat ze vaak jonge kinderen hebben. Hierdoor verbruiken ze ‘slechts’ 692 euro de man. Alleenstaanden op latere leeftijd verbruiken het meeste. Zij spannen de kroon met een gemiddeld verbruik van 1453 euro per persoon.
Gas
Als er nog kinderen wonen in huishoudens waarbij de referentiepersoon van middelbare leeftijd is, is het gasverbruik bij hen het hoogst. Huishoudens bestaande uit paren met kinderen en een referentiepersoon van 54 jaar verbruiken het meest. Zij jagen er in 2021 gemiddeld 1730 m3 gas doorheen.
Omdat het onderzoek van het CBS over 2021 gaat, is het goed om te onthouden dat niet lang daarna het energieverbruik van de Nederlander veranderde. In 2022 verbruikten Nederlanders bijvoorbeeld al 10 procent minder energie dan in het jaar daarvoor. Daarmee werd het energieverbruik dat jaar het laagst gemeten sinds 1990.
Leeftijd en huisgenoten
In het onderzoek spelen twee dingen binnen de levensloop een belangrijke rol. Allereerst is dat de leeftijd van de bewoners van een huis, daarnaast is het belangrijk hoeveel mensen er in een huis wonen. Hoe ouder mensen met kinderen bijvoorbeeld worden, hoe groter de kans is dat die kinderen op zichzelf wonen. Daardoor neemt het aantal mensen per huishouden af. Hierdoor stijgen de uitgaven aan energie per persoon in het huishouden. Tegelijkertijd nemen de totale uitgaven per huishouden om deze reden af.
Het is ook goed om te weten dat het CBS in dit soort onderzoeken werkt met eerdergenoemde referentiepersonen; ofwel iemand binnen het huishouden die het huishouden vertegenwoordigt. Voor stellen van middelbare leeftijd die samenwonen, kiezen ze bijvoorbeeld de oudste van de twee als referentiepersoon.