Kritiek uit Duitsland op Nederlandse netbeheerder
Foto Pixabay

De Duitse krant Handelsblatt publiceerde afgelopen weekend een artikel waarin gesteld wordt dat netbeheerder TenneT de energietransitie in Duitsland vertraagd. Het zou het bestuur van het Duitse gedeelte van de netbeheerder nog meer in Nederlandse handen willen laten komen, en zou te weinig investeren in het uitbreiden van het Duitse elektriciteitsnet. Daardoor kan niet alle opgewekte windenergie naar de eindbestemming getransporteerd worden.

TenneT is volledig in handen van de Nederlandse staat en beslaat als netbeheerder het Nederlandse landelijke hoogspanningsnet en een aanzienlijk deel van het Duitse hoogspanningsnet. Hieronder valt ook de gehele Noordzeekust, waar steeds meer windenergie wordt opgewekt.

‘Nederland geeft eigen belangen voorrang’

Het Duitse deel van TenneT levert 70% van de winst van het bedrijf op, maar van de vier bestuursposten wordt slechts één door een Duitser ingevuld. Volgens Handelsblatt blijkt uit interne documenten dat men nu een herstructurering wil gaan doorvoeren waarmee het bestuur van het Duitse deel meer bij Arnhem wordt geconcentreerd, waar het hoofdkantoor staat. Dit zou Duitsers moeten ontmoedigen om deze functies te vervullen.

Omdat TenneT in handen is van de Nederlandse staat, heeft het ministerie van financiën het laatste woord over alle investeringen van de netbeheerder. Vanuit Duitsland wordt beweerd dat men daarom niet genoeg geeft om de Duitse benodigdheden tijdens de energietransitie, en in de eerste plaats investeert in de Nederlandse infrastructuur.

Op dit moment is op momenten met veel wind in Noord-Duitsland niet voldoende capaciteit beschikbaar om alle opgewekte elektriciteit naar het zuiden te vervoeren, zodat daar alsnog conventionele centrales ingeschakeld moeten worden. Een uitbreiding van de netcapaciteit kan dit verhelpen.

TenneT reageert door te stellen dat het met investeringen van €23 miljard van de benodigde €35 miljard voor voldoende nieuwe leidingen de grootste investeerder in de Duitse energietransitie is. Bovendien zou men het elektriciteitsnet steeds meer internationaal moeten gaan beschouwen, in plaats van alleen in landelijke net-uitbreidingen te denken. De kritiek op het naar Nederland willen trekken van belangrijke bestuursfuncties wordt ontkend.

Decentraal elektriciteitsnet vergt grote investeringen

Traditioneel zijn de Europese elektriciteitsnetten vooral ingesteld op een nationale voorziening, met daarin een relatief klein aantal centrale grote elektriciteitscentrales. Grensoverschrijdende verbindingen dienen om internationale handel mogelijk te maken, en om tijdelijke tekorten of overschotten gemakkelijker te kunnen oplossen.

Tijdens de energietransities in Duitsland en Nederland wordt gestreefd naar het sluiten van conventionele kolen- en/of kerncentrales, met in plaats daarvan een elektriciteitsvoorziening gebaseerd op grotendeels windturbines en zonnepanelen. Het belang van grensoverschrijdende verbindingen neemt daarmee fors toe, omdat de kans op tekorten of overschotten toeneemt door het onvoorspelbare en niet-stuurbare karakter van opwekking gebaseerd op wind en zon. Het gebied waarover opgewekte elektriciteit verspreid kan worden moet daarom vergroot worden.

Niet alleen de capaciteit van de internationale leidingen moet sterk vergroot worden. Ook binnen de landen zelf zijn flinke uitbreidingen nodig. Wind- en zonneparken worden aangelegd in veel grotere aantallen dan conventionele centrales, en verspreid over heel het land. In gebieden waar eerst slechts voldoende elektriciteit getransporteerd diende te worden voor de (lage hoeveelheid) lokale bevolking, moeten nu plots leidingen liggen die de stroom van alle nieuwe lokale opwekkingsmiddelen aankunnen. Deze uitbreidingen vergen veel tijd en grote investeringen.

, , , , ,

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *