Foto Pixabay

De hard stijgende energieprijzen zorgden vorig jaar voor flinke financiële tegenvallers in grote delen van de samenleving, terwijl veel energiebedrijven juist recordwinsten boekten. Om hier enigszins balans in aan te brengen werd een zogenaamde ‘solidariteitstaks’ ingesteld (officieel: inframarginale elektriciteitsheffing), zodat energieproducenten met een opgesteld vermogen van meer dan 1 megawatt 90% moeten afdragen over hun marktinkomsten boven de 130 euro per megawattuur. Waar de overheid uitging van een opbrengst uit deze belasting van bij elkaar 1,8 miljard euro, blijkt dit nu maar ca. 100-200 miljoen euro te zijn. De energieprijzen zijn weliswaar inmiddels sterk gedaald, maar kamerleden vragen zich nu hardop af of dit wel volledig hier aan is toe te schrijven.

Recordinkomsten

Kamerleden Pieter Omtzicht (zelfstandig) en Renske Leijten (SP) wijzen erop dat de ACM goed in de boeken van energiebedrijven zou moeten duiken om te zien of er geen manieren zijn gevonden om de belasting te ontwijken. Bijvoorbeeld door de elektriciteit al voordat de belasting officieel werd ingesteld vooruit te verkopen, misschien zelfs aan eigen dochterbedrijven.

Want hoewel de energieprijzen nu een stuk lager liggen, waren ze lange tijd heel hoog. Dit kwam niet alleen maar door hogere inkoopprijzen van brandstoffen, maar ook door de manier waarop de prijs wordt bepaald op bijvoorbeeld de elektriciteitsmarkt. Hier bepaalt namelijk de duurste van alle aanbieders die nodig zijn om aan de vraag te voldoen de prijs voor alle andere benodigde aanbieders, ook als deze voor een veel lagere prijs zouden kunnen produceren. Omdat met name de prijs voor aardgas door het plafond schoot na de invasie van Oekraïne, ontvingen ook energieproducenten die gebruik maken van andere (goedkopere) bronnen deze exorbitante prijzen. Het grote verschil tussen kosten-baten zorgde bij deze producenten voor enorme winsten.

Ook goed nieuws

Hoewel het ontbreken van de ca. 1,5 miljard euro aan inkomsten uiteraard een tegenvaller is voor de overheid, staat daar tegenover dat de verwachte uitgaven aan onder andere het prijsplafond voor energie ook een stuk lager uitvallen dankzij de lager dan verwachte energieprijzen. Hierdoor hoeft er vanuit de samenleving minder een beroep gedaan te worden op dit soort ingestelde koopkrachtmaatregelen.

Desondanks is nog veel onduidelijk over de ontwikkeling van de energieprijzen op de langere termijn. Het prijsplafond loopt in ieder geval eind dit jaar ten einde, zodat huishoudens daarna weer kwetsbaarder worden voor sterke prijsstijgingen. Het onder controle krijgen van de energieprijzen voor huishoudens en bedrijven blijft dan ook een belangrijk actiepunt voor de overheid.

Energiecrisis maakt situatie kolencentrales extra interessant

In 2019 werd per wet bepaald dat de laatste kolencentrales in Nederland per 2030 moeten sluiten (officieel mogen ze dan geen kolen meer verstoken, wat in de praktijk zal neerkomen op sluiting). De eigenaren maakten bezwaar bij de rechter, dat ze hiervoor geen compensatie ontvangen van de overheid. De overheid stelt dat de geboden periode tot 2030 voldoende compensatie ‘in natura’ biedt, omdat in deze periode de investeringen nog kunnen worden terugverdiend. De rechter stelde de overheid eind 2022 in het gelijk.

De duimschroeven werden in 2021 nog strakker aangetrokken, door de kolencentrales alleen nog toe te staan op 35% van hun maximale vermogen te produceren (zodat de landelijke CO2-uitstoot sneller omlaag gebracht kon worden). Toen de energiecrisis uitbrak na de invasie van Oekraïne was er echter weer grote behoefte aan andere betrouwbare (regelbare) elektriciteitsbronnen naast de gascentrales. De 35%-maatregel werd dan ook tijdelijk weer losgelaten.

De hoge energieprijzen boden de eigenaren bovendien een goede kans om in versneld tempo hun investeringen terug te verdienen – de reden dat de overheid geen compensatie zou hoeven geven – maar de door de overheid ingestelde solidariteitstaks zou dit effect juist actief weer verminderen.

Intussen heeft netbeheerder TenneT in hun recentste leveringszekerheidsrapport gewaarschuwd voor een tekort aan elektriciteitsproductiemiddelen in 2030. Wellicht dat alles bij elkaar een opening creëert voor een verlenging van de productie van de kolencentrales voorbij 2030, waarbij de centrales meer tijd krijgen om hun investeringen terug te verdienen, terwijl de leveringszekerheid langer gewaarborgd kan blijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *