Foto Pixabay

Deze maand bracht het Internationaal Energie Agentschap (IEA) de World Energy Outlook 2019 uit. In deze ‘bijbel van de energiesector’ worden scenario’s geschetst voor de ontwikkeling van het wereldwijde energieverbruik en de energieproductie tot 2040.

De centrale boodschap van dit jaar is duidelijk: met de huidige en geplande maatregelen zal de aarde met gemiddeld 3 graden opwarmen: veel meer dan de in het Parijsakkoord gestelde limiet van 1.5 tot 2 graden. De voornaamste reden hiervoor is dat de genomen maatregelen moeite hebben om gelijke tred te houden met de groeiende energievraag. Het gebruik van fossiele brandstoffen en de daardoor veroorzaakte uitstoot blijven daardoor toenemen.

Scenario’s, geen voorspellingen

Voor het opstellen van de World Energy Outlook wordt een indrukwekkende hoeveelheid data van over de hele wereld gebruikt. Van alle landen moet bijvoorbeeld het bestaande én voorgenomen energiebeleid in kaart gebracht worden, en hiervan moeten vervolgens de effecten worden berekend. Ook details zoals de huidige voorkeuren van consumenten worden meegenomen. Zo is gebleken dat men steeds meer SUV’s is gaan kopen, wat een negatief effect op de uitstoot heeft.

Met deze data worden vervolgens drie scenario’s opgesteld voor de ontwikkelingen tot 2040. Het IEA benadrukt dat dit geen vaststaande voorspellingen zijn, slechts doorrekeningen met de kennis van nu. Het is juist de bedoeling dat dit de effecten van bepaald beleid inzichtelijk maakt, en met welk soort maatregelen de meeste winst valt te behalen.

Er zijn drie scenario’s vormgegeven: het scenario waarin het huidige beleid blijft zoals het is zonder veranderingen, het scenario waarin alle reeds voorgenomen (en goed uitgewerkte) maatregelen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd, en het scenario waarin datgene wordt gedaan wat nodig is om aan de doelen van Parijs te voldoen. Daarbij wordt de meeste nadruk gelegd op de twee laatstgenoemde scenario’s, waaruit blijkt dat men nog veel meer maatregelen zal moeten nemen dan nu het geval is.

Toename energievraag ter grootte van huidige vraag China

Uit de World Energy Outlook blijkt dat de energievraag tot 2040 toeneemt met 1% per jaar. Bij elkaar levert dit een toename op van de energievraag, vergelijkbaar in omvang met de gehele huidige energievraag van China. Dit is te wijten aan de forse groei van de wereldbevolking tot 9 miljard in 2040, en een groeiende wereldeconomie met 3,4% BBP per jaar. De energievraag groeit desondanks wel half zo snel als in de periode sinds 2000, dankzij o.a. een toename in energie-efficiëntie.

De groeiende energievraag betekent dat de huidige en voorgenomen maatregelen voor verduurzaming onvoldoende zijn om de uitstoot voldoende terug te dringen. De extra energievraag wordt voor de helft opgevangen door hernieuwbare energiebronnen en voor een derde door relatief schoon aardgas. Een klein deel van de extra vraag moet dus nog door andere bronnen worden opgevangen. Bovendien blijft daardoor de huidige bestaande vraag grotendeels door fossiele brandstoffen voorzien.

Twee brandstoffen waarvan wordt voorzien dat de vraag ernaar zal stagneren (maar niet significant zal afnemen) zijn kolen en aardolie. In Europa worden steeds meer kolencentrales uitgefaseerd, maar in ontwikkelingslanden worden er juist bijgebouwd om aan de groeiende energievraag te voldoen. Over de ontwikkeling van aardolie zijn nog veel vragen met betrekking tot de overgang naar elektrisch rijden. Wel is duidelijk dat o.a. zwaar transport (scheepvaart, luchtvaart, etc.) voorlopig nog voor veel vraag naar olie zal zorgen.

Overkomen energie-uitdagingen vraagt om benutten alle mogelijkheden

In het scenario waar naar mogelijkheden wordt gekeken om de doelen van Parijs te behalen, blijkt dat op vrijwel alle gebieden extra veranderingen nodig zijn. Als het gaat om investeringen, zouden deze moeten verdubbelen voor hernieuwbare energie, elektriciteitsnetwerken en nucleaire energie, terwijl die in fossiele brandstoffen juist halveren.

Dit lijkt vooralsnog niet realistisch, zo was het totaal aan subsidies voor fossiele brandstoffen in 2018 nog twee keer zo hoog als het aantal subsidies voor hernieuwbare energie en inkomsten uit CO2-prijzen bij elkaar. Hieruit blijkt dat het beleid in veel landen nog gericht is op de ontwikkeling van de fossiele sector. Zo groeit de vraag naar kolen in met name India, dat op weg is het meest bevolkte land ter wereld te worden, zeer fors. Het voorzien van steeds grotere delen van de wereldbevolking van een betrouwbare energievoorziening heeft vooralsnog de politieke en maatschappelijke voorkeur boven de wijze waarop deze wordt voorzien. Om die reden moeten technologieën als CCS volgens IEA ook serieuzer en grootschaliger worden toegepast.

De meeste investeringen zullen nodig zijn in energie-efficiëntie, om de vraag naar energie in 2040 bij voorkeur iets onder het huidige niveau te brengen. Alleen op die manier kunnen alle nieuwe duurzame opwekkingsmiddelen de vraag substantieel van duurzame energie voorzien. In de praktijk lag in 2018 de ontwikkeling van energie-efficiëntie maatregelen op het laagste niveau sinds 2010.

De ontwikkelingen lijken erop te wijzen dat vooral een toenemende aantrekkingskracht van hernieuwbare en energiezuinige ten opzichte van vervuilende alternatieven voor de grootste veranderingen kunnen zorgen, daar men in de meeste gevallen voor de goedkoopste oplossingen zal blijven kiezen. Technologische ontwikkelingen en het faciliteren hiervan kunnen hieraan bijdragen. Zo is het aantal kolencentrales in India zeer sterk toegenomen, maar is 510GW geplande capaciteit inmiddels afgeblazen mede door concurrentie van goedkopere hernieuwbare alternatieven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *