Vorig jaar importeerde Nederland voor het eerst meer gas dan het exporteerde. Dit blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gisteren publiceerde. Er werd voor 12 miljard euro aan gas geïmporteerd, terwijl er voor 9,8 miljard euro werd geëxporteerd; een handelstekort van 2,1 miljard euro.
Dit handelstekort is een historische omslag na decennialang miljarden verdiend te hebben aan de aardgaswinning op eigen bodem. Wegens de aardbevingsproblematiek in die regio is echter besloten om de gaskraan geleidelijk dicht te draaien. Bovendien is het streven om op de langere termijn niet meer afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen.
Handelsoverschot ruim 100 miljard euro sinds begin deze eeuw
In de periode 2000 – 2018 werd voor 202 miljard euro aardgas geëxporteerd, terwijl voor 101 miljard werd geïmporteerd. Daarmee heeft Nederland de afgelopen decennia een handelsoverschot van ruim 100 miljard euro binnengehaald. In de koude winterjaren 2012 en 2013 was dit overschot het grootst, er werd in ieder van die jaren voor 17 miljard euro aan gas geëxporteerd. In 2012 leidde dit tot een record handelsoverschot van 10 miljard euro.
In de afgelopen zes jaren is de winning van aardgas in Groningen meer dan gehalveerd, wat ook wordt weerspiegeld in een export-afname van 43%. Als gevolg hiervan neemt de import van buitenlands gas juist toe, voornamelijk uit Noorwegen en Rusland. In 2018 werd met 56 miljard kubieke meter aardgas twee keer zo veel geïmporteerd als in 2012.
Het huidige, en naar verwachting groeiende, handelstekort valt samen met sinds 2016 stijgende gasprijzen. Deze eeuw waren de gasprijzen het hoogst rond 2012 – 2013, wat bijdroeg aan de recordwinsten voor Nederland als exporteur in die jaren.
De belangrijkste landen waarnaar Nederland aardgas exporteert zijn België, Duitsland en Frankrijk.
Extra opgave in energietransitie
Veel Europese landen hechten belang aan aardgas als transitiebrandstof tijdens de overgang naar een meer duurzame energievoorziening. Aardgas veroorzaakt bijvoorbeeld minder uitstoot dan kolen. In tegenstelling tot windmolens en zonnepanelen zijn gascentrales bovendien regelbaar vermogen, die onafhankelijk van het weer en naargelang de vraag energie kunnen leveren. Tot slot is aardgas geschikter voor het opwekken van warmte dan puur elektrisch vermogen. Landen zoals Duitsland werken daarom aan verbeterde verbindingen voor de import van aardgas.
In Nederland wil men echter, naast de kolencentrales, ook het gebruik van aardgas terugdringen. Dit komt voornamelijk door de aardbevingen die als gevolg van de aardgaswinning in Groningen delen van Noord-Nederland hebben getroffen. De Nederlandse warmtevoorziening is voor het grootste deel ingesteld op het Nederlandse aardgas, en er ligt een zeer uitgebreide infrastructuur voor aardgas in Nederland. Dit maakt vervanging van het gas een grote opgave, zeker in combinatie met het vervangen van ook andere fossiele energiebronnen.
Waar nog geen alternatief voor aardgas beschikbaar is, kiest men nu voor import. Dit is echter lastig omdat de kwaliteit van het meeste buitenlandse gas (laag-calorisch) verschilt met die van Nederland (hoog-calorisch). De meeste apparatuur in Nederland is ingesteld op het hoog-calorische gas, zodat het geïmporteerde gas bewerkt moet worden voordat het gebruikt kan worden. Gasunie voegde in 2018 bijvoorbeeld stikstof toe aan 28,9 miljard kubieke meter buitenlands aardgas. In 2022 wordt een extra fabriek geopend die nog eens 7 miljard kubieke meter buitenlands gas kan opwaarderen.
Nederland aardgasvrij
Naast de extra bewerkingen (en kosten) die nodig zijn bij import, wordt men liever ook niet te afhankelijk van Russisch aardgas. Tot slot blijft aardgas een fossiele brandstof, waar men uiteindelijk helemaal van af wil zijn.
Om bovenstaande redenen streeft de overheid naar het aardgasvrij maken van Nederland. Nieuwbouw mag al niet meer worden gerealiseerd met een aardgasaansluiting. Warmtepompen en warmtenetten worden gezien als de belangrijkste vervangers van aardgas voor verwarming in huishoudens.
De meeste bestaande bouw met een aardgasverbinding is niet geschikt voor een warmtepomp, omdat de isolatie niet afdoende is en er geen vloerverwarming ligt. Hoge temperatuur warmtenetten die gebruik maken van restwarmte zijn hier vooralsnog de meest voor de hand liggende oplossing. Verschillende Nederlandse wijken zijn aangewezen om geleidelijk aardgasvrij te worden gemaakt dankzij een warmtenet, zoals de Amsterdamse Van der Pekbuurt.