In juli waren de gasprijzen in nieuwe energiecontracten voor huishoudens in Nederland het hoogst van alle landen in de EU. Dit blijkt uit gegevens van prijsvergelijkingssite Energievergelijk.nl, zo ontdekte Nieuwsuur.
Het verschil met de meeste andere EU-landen is groot te noemen: de 283 euro per megawattuur aardgas die in juli werd gerekend lag ruim twee keer hoger dan het EU-gemiddelde. In buurlanden als Duitsland en België was men ongeveer de helft goedkoper uit. Alleen Zweden kwam men nog in de buurt met 237 euro/MWh.
Ook wat betreft stroomprijzen staat Nederland in de top-3. Met 419 euro per MWh wordt Nederland alleen door de prijzen in Italië en Denemarken overtroffen. Volgens Energieverlijk.nl is een gemiddeld huishouden dat nu een nieuw energiecontract moet afsluiten door de hoge prijzen ca. €3700 extra per jaar kwijt.
Waarschuwingen voor koopkrachtcrisis
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) waarschuwt dat de energiekosten bij 1 op de 3 huishoudens voor problemen zullen zorgen. Voor sommigen is dit op te lossen door enkele bezuinigingen, maar een grote groep huishoudens kan in serieuze problemen terecht komen.
Tuur Elzinga, voorzitter van vakbond FNV, zegt in Nieuwsuur dat er sprake is van een koopkrachtcrisis zoals die er in geen decennia is geweest. Hij roept op tot actie, waaronder verhoging van de lonen en prijsmaxima aan o.a. energie en boodschappen. Huidige tegemoetkomingen, zoals de eenmalige energietoeslag van 1300 euro voor mensen met een laag inkomen, zijn volgens hem ontoereikend. De toeslag is eenmalig, terwijl de inflatie permanent is. Bovendien worden ook middeninkomens, die niet in aanmerking komen voor extra steun, geraakt.
Nederland extra gevoelig voor gasprijs
De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een sterke afname van de levering van aardgas vanuit Rusland, een van de belangrijkste gasleveranciers aan Europa. De hierop volgende schaarste heeft geleid tot sterk gestegen aardgasprijzen. Ook voor de oorlog uitbrak waren de prijzen al sterk gestegen als gevolg van economisch herstel na de coronapandemie en bijbehorende toename van de vraag, terwijl de productie/levering niet evenredig werd of kon worden verhoogd.
De energieprijzen stijgen niet geïsoleerd: omdat energie aan de basis staat van ieder productieproces, worden vrijwel alle producten duurder om te maken. Daarmee zijn de stijgende energieprijzen een van de voornaamste factoren in de sterke huidige inflatie.
Nederland wordt extra hard geraakt door hogere gasprijzen, omdat meer dan 90% van de huishoudens in Nederland aardgas gebruikt om de woning/water mee te verwarmen of om mee te koken. Dit is een historisch gevolg van de eigen grote aardgasvoorraden in o.a. Groningen, wat decennialang voldoende opbracht om aan de eigen vraag te kunnen voldoen. Vanwege de aardbevingsproblematiek is deze productie echter afgebouwd, en moet het aardgas nu in het buitenland worden ingekocht. Bovendien moet dit buitenlandse gas (hoogcalorisch) vaak nog geschikt gemaakt worden voor het Nederlandse aardgasnet (laagcalorisch).
Ook op het gebied van elektriciteit is Nederland de afgelopen jaren afhankelijker geworden van aardgascentrales. Begin deze eeuw werd het besluit genomen om de elektriciteitsproductie te diversifiëren met de bouw van nieuwe kolencentrales, maar deze zijn omwille van klimaatmaatregelen de afgelopen jaren steeds meer ongewenst geworden. Via wetgeving is de productie ingeperkt, zijn oudere centrales gesloten en per 2030 mogen kolen helemaal niet meer gebruikt worden voor elektriciteitsproductie. Hierdoor is de rol van aardgascentrales in de elektriciteitsvoorziening groter geworden. Daar staat tegenover dat ook steeds meer zon- en windvermogen wordt gerealiseerd, maar de productie van deze middelen is afhankelijk van het weer, zodat men nog niet zonder aardgas- of kolencentrales kan.
Inmiddels is als eerste maatregel de productiebeperking voor de kolencentrales losgelaten, in de hoop dat dit de prijzen kan drukken en de leveringszekerheid van elektriciteit helpt bewaken.