Den Haag waakzaam bij eerste stedelijke geothermieproject
Foto Pixabay

In discussies over een duurzame manier om Nederlandse huishoudens te verwarmen komt het steevast voorbij: geothermie. Sommige gemeenten richten zelfs hun pijlen voornamelijk op geothermie om de warmtevoorziening CO2-vrij te maken. Geothermie is echter een methode van energiewinning die in Nederland nog in de kinderschoenen staat. Een aantal van de risico’s van de techniek zijn bekend, maar door een gebrek aan ruime praktijkervaring is het bijvoorbeeld moeilijker om van te voren op de hoogte te zijn van alle mogelijke problemen voor een specifieke winningslocatie.

Voor het project Haagse Aardwarmte Leyweg (HAL) wil de gemeente Den Haag, dat zelf grote plannen heeft met aardwarmte, voorkomen dat dit pioniersproject uitloopt op een fiasco. Om die reden heeft de gemeente om een beter seismisch protocol gevraagd voor het project in een uitgebracht advies aan minister Wiebes van Economisch Zaken en Klimaat, die zijn goedkeuring moet geven aan het project. HAL is al in ontwikkeling sinds 2008 en is het eerste binnenstedelijke geothermieproject in Nederland.

4000 woningen verwarmd met water van 2 km diepte

HAL werd bedacht drie woningcorporaties in samenwerking met twee energiebedrijven, met als doel om aardwarmte (geothermie) te leveren aan 4000 nieuwbouwwoningen en enkele bedrijven. Dit plan uit 2008 liep echter grote vertraging op door de economische crisis. Vanaf 2012 is het project overgenomen door HAL BV van de oorspronkelijke initiatiefnemers.

Voor het project zijn in 2010 twee putten van 2000 meter diep geboord. Het grondwater, dat op die diepte ongeveer 75 graden warm is, wordt omhoog gepompt en gebruikt om de woningen te verwarmen. Het afgekoelde water wordt weer terug in de grondlaag gestopt om opnieuw op te warmen.

Uit de testen met de putten is gebleken dat met 1 kubieke meter water ook ongeveer 1 kubieke meter aardgas omhoog komt. Dit aardgas wordt afgevangen en ook ingezet voor stadsverwarming.

Betrokken bij de advisering en keuring van het warmteproject zijn o.a. de gemeente Den Haag, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en TNO. Wanneer minister Wiebes zijn goedkeuring verleent aan het project kan het bedrijf de aardwarmte beginnen te leveren.

Risico’s: aardbevingen, aardverschuivingen en grondwatervervuiling.

Hoewel HAL het eerste stedelijke project is, zijn er de afgelopen jaren reeds meerdere geothermieputten geslagen in Nederland. Ook zijn er meerdere door SodM gesloten, omdat deze voor problemen zorgden of dreigden te zorgen.

Zo bleek bij enkele putten dat zout water ervoor zorgde dat de leidingen doorroesten, zodat het lekkende water zorgde voor verzilting van de (landbouw)grond.

Bij SodM is men bovendien bekend met de risico’s op verschuivingen en verzakkingen als gevolg van het toevoegen of verwijderen van stoffen in aardlagen. De bodem in Limburg beweegt nog steeds als gevolg van de vroegere mijnbouw, en ook de problemen met de aardgaswinning in Groningen zijn bekend.

Het Duitse dorp Staufen heeft tien jaar na een mislukt geothermieproject nog steeds last van aardbewegingen. Omdat het een relatief klein project betrof, onderschatte men de risico’s. Uiteindelijk zorgde de vermenging van grondwater met gesteente voor de vorming van gips, dat de grond in geheel naar boven duwde. Dit had vele scheuren in de middeleeuwse dorpskern tot gevolg. Geschatte schade: 50 miljoen euro.

De winning van geothermie is dus niet zonder risico’s, maar volgens de Inspecteur-generaal van SodM zijn de risico’s op aardbevingen in het westen van het land aanzienlijk lager dan in Limburg of Groningen. Desondanks betekent de dichtbebouwde omgeving dat er extra voorzichtig opgetreden moet worden. Omdat het het eerste project van zijn soort is, is er bovendien veel belang bij het slagen. Niet alleen voor HAL, maar voor alle gemeenten die een belangrijk deel van hun verduurzamingsstrategie op geothermie willen baseren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *