CE Delft berekent gederfde inkomsten sluiting kolencentrales tot 2030
Foto Pixabay

Volgens onderzoek van CE Delft kan de Urgenda doelstelling van 25% minder CO2-uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990 nog behaald worden, mits naast de Hemwegcentrale nog drie kolencentrales voor die tijd sluiten. Volgens het rapport is dit mogelijk tegen beheersbare kosten zonder dat de leveringszekerheid in gevaar komt. Wel wordt door het wegvallen van de biomassa bijstook het behalen van het vereiste aandeel hernieuwbare energie van 14% in dat jaar moeilijker.

CE Delft voerde het onderzoek uit in opdracht van Natuur & Milieu. Daarbij werd het huidige wetsvoorstel voor sluiting voor 2030 als referentiescenario genomen. Er zijn twee scenario’s doorgerekend: de sluiting van de drie centrales voor 2020 en deze sluiting in combinatie met de Duitse kolenexit.

Gederfde inkomsten alleen ten opzichte van referentiescenario

Volgens het onderzoek van CE Delft zouden de drie kolencentrales gezamenlijk 2 miljard euro aan inkomsten mislopen als zij dit jaar zouden sluiten in plaats van in 2030. Dit zijn de misgelopen opbrengsten minus de niet te hoeven maken kosten. Het naar voren halen van de ontmanteling zorgt daarbij voor extra kosten, maar de restwaarde van de centrales zou ook hoger liggen. Bovendien hoeft er zo’n 1,2 miljard euro aan subsidie voor biomassa bijstook niet meer uitgegeven te worden door de staat.

Opvallend aan deze berekening is dat alleen de misgelopen inkomsten voor de periode 2020-2029 worden beschouwd. Rondom de invoering van de wet die sluiting voor 2030 moet vaststellen, bestaat nog veel discussie over mogelijke compensatie voor de centrales omdat zij ook in de periode na 2030 (tot ongeveer 2050) inkomsten mislopen. Deze misgelopen inkomsten worden in dit rapport volledig buiten beschouwing gelaten.

Leveringszekerheid alleen bij extra thermisch vermogen

In de conclusie van het rapport is CE Delft stellig: sluiting van de drie kolencentrales levert geen problemen op voor de leveringszekerheid. Er zijn voldoende gascentrales die uit de mottenballen gehaald kunnen worden (weer in werking gesteld worden) en voldoende importcapaciteit.

Tegelijkertijd stelt men dat er extra thermisch regelbaar vermogen (gascentrales) gerealiseerd moet worden om niet van import afhankelijk te zijn voor de leveringszekerheid. Zowel de deconservering (in werking stellen) van de bestaande gascentrales als de realisatie van nieuwe gascentrales is afhankelijk van de marktomstandigheden. Deze omstandigheden zijn onzeker, zo stelt CE Delft.

Wat hierbij niet wordt beschouwd is de mogelijke invoering van de nationale minimum CO2-prijs. Eerder berekende Frontier Economics in opdracht van de overheid dat een combinatie van het sluiten van de kolencentrales met de minimumprijs problemen kan opleveren voor de leveringszekerheid, omdat deze minimumprijs ook invloed heeft op de gascentrales.

Tot slot neemt men het scenario waarin Duitsland stopt met de kolenopwekking wel mee bij de berekening van de uitstootreductie, maar bekijkt men niet wat een importafhankelijkheid van landen die zelf afhankelijk zijn van weersafhankelijke opwekkingsmiddelen voor gevolgen heeft. Wanneer de weersomstandigheden dan ongunstig zijn, bijvoorbeeld tijdens een Dunkelflaute, is het niet mogelijk om voldoende te importeren. Nu importeert Nederland voornamelijk nog Duitse kolenstroom.

, , ,

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *