Cassatie tegen Urgenda-vonnis wordt waarschijnlijk afgewezen
Foto Pixabay

Naar verwachting spreekt de Hoge Raad zich op 20 december uit over de cassatie door de Staat tegen het Urgenda-vonnis. De procureur-generaal en advocaat-generaal hebben nu het advies uitgebracht om niets aan dit vonnis te wijzigen. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, zou dit betekenen dat Nederland verplicht is eind 2020 25% minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990.

De Staat ging na hoger beroep in cassatie, omdat het van mening is dat de rechterlijke macht niet mag bepalen op welke manier klimaatverandering wordt bestreden. Het hof stelt echter dat klimaatverandering een dusdanige bedreiging vormt, dat het in dit geval geoorloofd is om de Staat te dwingen de burgers te beschermen.

Staat op zorgplicht gewezen

De procureur-generaal en de advocaten-generaal vormen samen het parket bij de Hoge Raad. Doorgaans worden de onafhankelijke adviezen van dit parket, zogenaamde ‘conclusies’, in ieder geval deels overgenomen in besluiten van de Hoge Raad.

De procureur-generaal is net als het hof van mening dat het beschermen van de Nederlandse burgers tegen de gevolgen van de opwarming van de aarde onderdeel uitmaakt van de zorgplicht van de Nederlandse Staat. Deze zorgplicht is in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens vastgelegd. Het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen is daarbij een noodzakelijke maatregel, zo wordt gesteld.

Stichting Urgenda klaagde de Staat aan omdat het te weinig zou doen aan het terugdringen van deze uitstoot. In juni 2015 werd Urgenda in het gelijk gesteld, waarna een hoger beroep door de Staat hier geen verandering in bracht. Cassatie was de laatste overgebleven optie voor de overheid, hoewel na de uitspraak door het hof wel werd aangegeven dat men zich alvast aan de uitspraak zou gaan houden. Bij cassatie wordt niet inhoudelijk naar de zaak gekeken, slechts of het recht op de juiste wijze is toegepast.

De Staat erkent de noodzaak van het terugdringen van broeikasgassen, maar vindt het te vormen beleid een politieke kwestie en niet een rechterlijke. Wanneer ook de cassatie niet slaagt, is er sprake van zowel een bijzondere als moeilijke situatie. In geen ander land is de overheid eerder door de rechter gedwongen tot klimaatbeleid. Tegelijkertijd is de terug te dringen hoeveelheid uitstoot nog dusdanig groot, dat er geen voorstelbare maatregelen zijn om binnen afzienbare tijd nog aan het vonnis te voldoen.

Bijna verdubbeling huidige reductie nodig in jaar tijd

Het CBS maakte eerder deze maand bekend dat de uitstoot van broeikasgassen nu 15% lager ligt dan in 1990. Daarmee is de Urgenda-eis van 25% nog ver uit het zicht. In totaal moet er nog 9 miljoen ton CO2-uitstoot worden teruggedrongen.

De maatregelen die tot nu toe zijn aangekondigd zorgen eind volgend jaar voor een reductie van 4 miljoen ton CO2-uitstoot, met name dankzij de aangekondigde sluiting van de Hemweg-centrale in Amsterdam. Verdere maatregelen worden zeer lastig. Er is binnen een jaar een bijna even grote reductie nodig als in de afgelopen 30 jaar is gerealiseerd. Critici stellen echter dat deze korte termijn is ontstaan omdat maatregelen te lang zijn uitgesteld.

Aan de meest voor de hand liggende optie om met een enkele maatregel een aanzienlijke uitstoot-reductie te bewerkstelligen, het sluiten van alle Nederlandse kolencentrales voor eind 2020, kleven veel bezwaren. Een wet die sluiting van deze centrales moet bewerkstelligen in 2025 en 2030 is reeds bijna aangenomen. Met deze langere termijn bestaat reeds discussie over mogelijk hoge kosten voor nadeelcompensatie richten de exploitanten en gevaar voor de leveringszekerheid. Als deze termijn daarbij nog wordt verkort naar 2020 zouden er in Nederland elektriciteitstekorten kunnen ontstaan en zou de overheid daarnaast juridisch waarschijnlijk niet kunnen ontkomen aan forse compensatievergoedingen voor onteigening.

Tot slot houdt het Urgenda-vonnis alleen rekening met uitstoot-reductie binnen de Nederlandse grenzen. Weglek-effecten als gevolg van de nationale maatregelen worden buiten beschouwing gelaten, zodat niet altijd duidelijk is of de maatregelen daadwerkelijk de Nederlandse burgers beschermen tegen klimaatverandering. Berekend is dat hoe eerder bepaalde maatregelen worden genomen, hoe groter deze weglek-effecten zullen zijn.

Na de definitieve uitspraak van de Hoge Raad zal meer duidelijk moeten worden of de Staat nog aanvullende maatregelen zal nemen om de nationale uitstoot van broeikasgassen verder terug te dringen.

, , , , ,

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *