De gevolgen van klimaatverandering worden met de dag meer zichtbaar en voelbaar, zo ook in armere landen dan Nederland. Uit een nieuw rapport van VN-milieuprogramma UNEP blijkt dat de jaarlijkse kosten voor arme landen in de honderden miljarden lopen. Zo staat in het rapport dat de kosten over tien jaar tussen de 115 en 247 miljard liggen. Dit kan in 2050 zelfs zijn opgelopen tot meer dan 400 miljard. Een dergelijk bedrag komt totaal niet in de buurt van wat er aan ‘adaptiesteun’ is toegezegd in het klimaatakkoord van Parijs. Bovendien valt de steun van rijkere industrielanden in de praktijk al lager uit dan er is afgesproken.

Pieter Pauw, één van de schrijvers van het Adaption Gap Report, geeft aan dat de kosten voor ‘klimaatadaptie’ voor arme landen sneller oplopen dan de steun die ze krijgen. Ondanks dat er wel een langzame stijging in de aanpassingssteun zit. Hij vervolgt dat de absolute kosten voor het aanpassen aan klimaatverandering voor rijke industrielanden het hoogst ligt. Echter, “Maar de relatieve kosten zijn het hoogst in arme landen. Daar is simpelweg geen geld over voor aanpassingen aan klimaatverandering.” Aldus Pauw.

Ambitieus klimaatbeleid voordeliger

Het investeren in aanpassingsbeleid heeft als doel om enige vorm van bescherming te bieden tegen de gevolgen klimaatverandering. In het klimaatakkoord is aanpassing aan nieuwe omstandigheden meegenomen, maar het is er ook op gericht de opwarming van de aarde te beperken. Duitse onderzoekers gaven in 2020 aan dat het voordeliger is om een ambitieus klimaatbeleid te voeren. Zij berekenden en beredeneerden dat als de uitstoot en de opwarming hoger uitvalt, de kosten ook hoger uitvallen. Pauw voegt hieraan toe dat er voor het beperken en terugdringen van klimaatverandering ook een verschuiving van geldstromen nodig is.

In het klimaatakkoord van Parijs staat ook dat deelnemende landen een bijdrage moeten leveren om economieën in lijn te krijgen met de klimaatdoelen. Zo zegt Pieter Pauw onder andere het volgende: “In het Parijsakkoord is hulp toegezegd om arme landen te helpen met adaptatie en met het terugdringen van de uitstoot. Maar minder bekend is een ander deel van het akkoord, dat stelt dat alle deelnemende landen ook stappen moeten zetten om financiële markten in lijn te brengen met de klimaatdoelen.” Het UNEP spoort daarbij landen aan om strengere duurzaamheidscriteria te verbinden aan investeringen.

‘Geldstromen moeten bijdragen aan afname broeikasgassen en aan toename in de weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering.’

Tot slot benoemt Pauw verschillende zaken: “Als landen erin slagen deze afspraak uit het Parijsakkoord in praktijk te brengen, slaat dat meerdere vliegen in één klap: de financiering voor vervuilende energieprojecten droogt op, terwijl duurzame energie kan versnellen”, en hij vervolgt “Daarnaast komt er meer geld beschikbaar voor noodzakelijke aanpassingen, en moet nieuwe infrastructuur klimaatbestendig zijn. Dat kan bijvoorbeeld een streep trekken door nieuwbouw van een hotel pal aan de kust.”. Op de lange termijn is dit financieel wel het meest rendabel volgens Pieter Pauw.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *